Elke keer wanneer koning David wordt genoemd, wordt er in mijn geest het beeld opgeroepen van toen hij nog als tiener, door op de kracht van Jehova te vertrouwen, een slinger gebruikte om de reus Goliath met een steen te doden. Daarna trok hij ten strijde, won vele veldslagen en verrichtte talloze heldendaden. Er staat echter ook in de Bijbel dat toen David koning van Israël werd, hij Uria liet doden en daarna zijn vrouw Bathseba tot zijn vrouw nam. Daarom kwam Gods rechtvaardige gezindheid over David en sprak God via de profeet Natan tot hem de volgende woorden: “Welnu, voortaan zullen moord en doodslag in je koningshuis om zich heen grijpen, omdat je mij hebt getrotseerd en de vrouw van Uria tot vrouw hebt genomen” (2 Sam. 12:10). Koning David had gezondigd en God had hem bestraft. Waarom verheugde God Zich dan over David en zei Hij dat David een man naar Zijn eigen hart was? Dit verbaasde me in hoge mate. Om er achter te komen hoe dit zat, zocht ik en bad ik vele malen tot God, en ik vond vele verzen in de Bijbel. Door te zoeken en met mijn broeders en zusters te communiceren, vond ik uiteindelijk het antwoord.