De relatie tussen elke fase van Gods werk en Zijn naam

De relatie tussen elke fase van Gods werk en Zijn naam

(1) De betekenis van het feit dat God de naam Jehova aanneemt in het Tijdperk van de Wet

Bijbelverzen ter referentie:

“En God zei bovendien tegen Mozes: ‘Zo zul je tegen de kinderen van Israël zeggen: ‘Jehova, de God van jullie vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, heeft mij naar jullie gestuurd. Dit is voor eeuwig mijn naam en dit is mijn gedenkteken voor alle generaties’
(Ex. 3:15).


Relevante woorden van God:

‘Jehova’ is de naam die ik tijdens mijn werk in Israël heb aangenomen en het betekent de God van de Israëlieten (Gods uitverkoren volk), die medelijden kan hebben met de mens, de mens kan vervloeken en de mens de weg kan wijzen. Het betekent de God die grote macht bezit en vol wijsheid is. … Dat wil zeggen, alleen Jehova is de God van het uitverkoren volk van Israël, de God van Abraham, de God van Isaak, de God van Jacob, de God van Mozes en de God van het hele volk van Israël. En zodoende aanbidden alle Israëlieten, behalve de stam van Juda, in de huidige tijd Jehova. Zij brengen Hem offers op het altaar en dienen Hem in de tempel in priestergewaden. Waar zij op hopen is de nieuwe verschijning van Jehova. … De naam Jehova is een speciale naam met betrekking tot het volk van Israël dat leefde onder de wet. In elk tijdperk en elke fase van mijn werk heeft mijn naam een reden en een representatieve betekenis: elke naam vertegenwoordigt één tijdperk. ‘Jehova’ vertegenwoordigt het Tijdperk van de Wet en is eretitel voor de God die wordt aanbeden door het volk van Israël.

Lees verder De relatie tussen elke fase van Gods werk en Zijn naam