Wat heeft mijn geest bedrogen?

Door Xu Lei, provincie Shandong

Op een dag ontving ik een uitnodiging van mijn leidinggevende om een vergadering van collega’s bij te wonen. Normaal is dit een blijde gebeurtenis, maar zodra ik eraan dacht in wat voor staat van wanorde mijn werk zich op dat moment bevond, voelde ik me toch wat bezorgd. Als mijn leidinggevende te weten zou komen dat ik geen enkel deel van mijn werk had afgekregen, zou hij zeker tegen mij op moeten treden en zou hij mij misschien zelfs vervangen. Wat zou ik dan doen? De volende dag ging ik met een bezwaard gemoed naar de vergadering. Toen ik aankwam, zag ik dat mijn leidinggevende er nog niet was, maar sommige collega’s al wel. Ik dacht: Ik weet niet in welke staat hun werk zich bevindt. Tijdens de laatste vergadering hoorde ik hen zeggen hoe ze hun werk bijna af hadden en nu zullen ze het zeker wel allemaal afhebben. Als zij al hun werk afhebben en alleen ik het zo slecht doe, dan is het gedaan met me. Ik was verbaasd dat, toen we de staat van ons werk bespraken, veel van mijn collega’s vertelden hoe ze enkele delen van hun werk niet af hadden gekregen. Toen ik dit hoorde, voelde mijn gemoed, dat zo bezwaard had gevoeld, opeens een stuk lichter. Ik dacht: Nu blijkt dat niemand zijn werk af heeft, niet alleen ik. Het is dan niet nodig om bezorgd te zijn. We kunnen niet allemaal worden vervangen. Een groot deel van mijn onbehaaglijke gevoel verdween toen opeens.

lees verder

Wie kent het moederhart van God?

Door Qingxin, provincie Henan

Vroeger begreep ik Gods werk van het redden van de mensheid niet. Ik dacht dat zolang iemand verdorvenheid in zijn werk liet zien of overtredingen beging die het werk van de kerk schade toebrachten, die persoon dan zou worden vergolden, of zijn plicht kwijt zou raken of strafmaatregelen opgelegd zou krijgen. Dat is Gods gerechtigheid. Door dit onjuiste begrip, én de angst mijn plicht kwijt te raken door fouten te maken in mijn werk, kwam een ‘slimme’ methode in mijn gedachten op: elke keer wanneer ik iets verkeerd doe, doe ik mijn best dat dat niet bekend wordt bij mijn leiders, en probeer ik het snel zelf te herstellen en stel ik alles in het werk om het goed te maken. Zal dat me dan niet helpen om mijn plicht te blijven behouden? Telkens als ik verslag deed over mijn werk reduceerde ik daarom grote problemen tot kleine en de kleine reduceerde ik tot niets. Als ik soms passief was, deed ik mijn best om het voor de leiders te verbergen en net te doen alsof ik heel actief en positief was, want ik was doodsbang dat de leiders zouden denken dat ik incompetent was en dat ze niet langer van mijn diensten gebruik zouden willen maken. Dus op die manier was ik, in alles wat ik deed, heel erg op mijn hoede ten opzichte van God en de leiders.

lees verder