God vernietigt Sodom

(Gen. 18:26) En Jehova zei: “Als ik binnen Sodom vijftig rechtvaardigen vind, zal ik omwille van hen de hele stad sparen.”

(Gen. 18:29) En hij sprak weer met Hem en zei: “Misschien worden er daar maar veertig gevonden.” En Hij zei: “dan zal ik het niet doen.”

(Gen. 18:30) En hij zei tegen Hem: “Misschien worden er daar maar dertig gevonden.” En Hij zei: “dan zal ik het niet doen.”

(Gen. 18:31) En hij zei: “Misschien worden er daar maar twintig gevonden.” En Hij zei: “dan ga ik de stad niet verwoesten.”

(Gen. 18:32) En hij zei: “Misschien worden er daar maar tien gevonden.” En Hij zei: “dan ga ik de stad niet verwoesten.”

lees verder

De Schepper drukt Zijn ware gevoelens voor de mensheid uit

Gods zegt: “Dit gesprek tussen Jehova God en Jona is ongetwijfeld een uiting van de ware gevoelens van de Schepper voor de mensheid. Aan de ene kant informeert het mensen over het begrip van de Schepper van de hele schepping onder Zijn bevel; zoals Jehova God zei: “Waarom zou ik dan die grote stad Nineve niet sparen? Daarin wonen meer dan honderdtwintigduizend mensen die het verschil tussen rechts en links niet weten. Bovendien is er ook nog veel vee.” Met andere woorden, Gods begrip van Nineve was verre van oppervlakkig. Hij kende niet alleen het aantal levende wezens in de stad (inclusief mensen en vee), Hij wist ook hoeveel er geen onderscheid kenden tussen hun rechter- en linkerhand − dat wil zeggen, hoeveel kinderen en jongeren aanwezig waren. Dit is een concreet bewijs van Gods uitstekende begrip van de mensheid. Aan de andere kant informeert dit gesprek mensen over de houding van de Schepper ten opzichte van de mensheid, dat wil zeggen het gewicht van de mensheid in het hart van de Schepper. Het is net zoals Jehova God zei: “Jij hebt medelijden gehad met de wonderboom, waar je niets voor hebt hoeven doen. Die groeide vanzelf in één nacht op en is ook in één nacht vergaan. Waarom zou ik dan die grote stad Nineve niet sparen?” Dit Zijn Jehova’s verwijtende woorden jegens Jona, maar ze zijn allemaal waar.

lees verder

vernietigen en draagt Noach op een ark te bouwen

Gen. 6:9-14 Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet. In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij. Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek.

lees verder