Job heeft slechts over God gehoord
(Job 9:11) Hij gaat mij voorbij en ik zie hem niet, hij glipt langs mij heen en ik merk het niet.
(Job 23:8–9) Kijk, ik ga vooruit, maar hij is daar niet; en achteruit, maar ik kan hem niet waarnemen: aan de linkerkant, waar hij werk verricht, maar ik kan hem niet aanschouwen: hij verbergt zich aan de rechterkant, zodat ik hem niet kan zien.